Voedingsmiddelen voor cutaan T-cellymfoom!

Introductie

Voedingsmiddelen voor cutaan T-cellymfoom moeten voor elk individu worden gepersonaliseerd en moeten ook worden aangepast bij de behandeling van kanker of bij genetische verandering van tumoren. Bij de personalisatie en aanpassing moet rekening worden gehouden met alle actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in verschillende voedingsmiddelen met betrekking tot de biologie van kankerweefsel, genetica, behandelingen, levensstijlomstandigheden en voedingsvoorkeuren. Dus hoewel voeding een van de zeer belangrijke beslissingen is die een kankerpatiënt en een persoon met risico op kanker moeten nemen, is het geen gemakkelijke taak om voedsel te kiezen om te eten.

Cutaan T-cellymfoom (CTCL) is een groep zeldzame bloedkankers, een type non-Hodgkin-lymfoom, dat de huid aantast. De meeste cutane T-cellymfomen groeien erg langzaam en zijn niet levensbedreigend. De T-lymfocyten muteren om kanker te worden en vermenigvuldigen zich ongecontroleerd bij cutaan T-cellymfoom. Deze vormen van kanker veroorzaken symptomen zoals huiduitslag, een zeer jeukende huid (pruritis) of andere huidproblemen die kunnen lijken op gewone huidaandoeningen zoals psoriasis, eczeem of zelfs een allergische reactie. De twee meest voorkomende typen cutane T-cellymfomen zijn mycosis fungoides en het Sezary-syndroom. Bij mycosis fungoides kunnen de kankercellen zich in zeer zeldzame gevallen (~10%) van de huid naar de lymfeklieren of inwendige organen zoals de lever, de milt of het spijsverteringsstelsel verspreiden en levensbedreigende medische complicaties veroorzaken. Bij het Sezary-syndroom bevinden kankerlymfocyten zich in de huid en de bloedbaan en kunnen wijdverspreide roodheid van de huid veroorzaken. CTCL's hebben twee keer zoveel kans om mannen in de leeftijdsgroep van 40-60 jaar te treffen. De behandeling van CTCL varieert afhankelijk van het stadium en het type kanker, maar kan plaatselijke medicatie, lichttherapie, bestralingstherapie, chemotherapie en biologische therapieën omvatten. In ernstige gevallen kan beenmergtransplantatie noodzakelijk zijn. De doelstellingen van de behandeling van CTCL zijn het onder controle houden van de symptomen, het verbeteren van de kwaliteit van leven en het verlengen van de overleving. Het is belangrijk dat patiënten nauw samenwerken met hun zorgverlener om een ​​geïndividualiseerd behandelplan te ontwikkelen dat tegemoetkomt aan hun specifieke behoeften en doelen. Bovendien kan ondersteunende zorg met de juiste voeding (voedsel en natuurlijke supplementen) het welzijn van de patiënt helpen verbeteren.

Maakt het voor cutaan T-cellymfoom uit welke groenten, fruit, noten, zaden iemand eet?

Een veel voorkomende voedingsvraag die wordt gesteld door kankerpatiënten en personen met een genetisch risico op kanker is: maakt het voor kankers zoals cutaan T-cellymfoom uit welk voedsel ik eet en welk niet? Of als ik een plantaardig dieet volg, is dat dan genoeg voor kanker zoals cutaan T-cellymfoom?

Maakt het bijvoorbeeld uit of er meer plantaardige Nieuw-Zeelandse spinazie wordt geconsumeerd dan koolrabi? Maakt het enig verschil of fruit Pummelo de voorkeur heeft boven rode framboos? Ook als vergelijkbare keuzes worden gemaakt voor noten/zaden zoals Butternut boven Europese kastanje en voor peulvruchten zoals Gramboon boven kousenband. En als wat ik eet er toe doet, hoe identificeer je dan voedingsmiddelen die worden aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom en is het hetzelfde antwoord voor iedereen met dezelfde diagnose of hetzelfde genetische risico?

Ja! Voedsel dat u eet, is van belang voor cutaan T-cellymfoom!

Voedingsaanbevelingen zijn mogelijk niet voor iedereen hetzelfde en kunnen zelfs voor dezelfde diagnose en genetisch risico verschillend zijn.

Alle voedingsmiddelen (groenten, fruit, noten, zaden, peulvruchten, oliën enz.) en voedingssupplementen bestaan ​​uit meer dan één actief moleculair ingrediënt of bio-actieve stoffen in verschillende verhoudingen en hoeveelheden. Elk actief ingrediënt heeft een uniek werkingsmechanisme – dat activering of remming van verschillende biochemische routes kan zijn. Eenvoudig gezegd, aanbevolen voedingsmiddelen en supplementen zijn die welke geen toename van de moleculaire oorzaken van kanker veroorzaken, maar verminderen. Anders zouden die voedingsmiddelen niet moeten worden aanbevolen. Voedingsmiddelen bevatten meerdere actieve ingrediënten – dus bij het evalueren van voedingsmiddelen en supplementen moet u de impact van alle actieve ingrediënten cumulatief in overweging nemen in plaats van afzonderlijk.

Pummelo bevat bijvoorbeeld actieve ingrediënten Curcumin, Apigenin, Quercetin, Formononetin, Phloretin. En Red Raspberry bevat actieve ingrediënten Curcumin, Ellagic Acid, Quercetine, Formononetin, Phloretin en mogelijk andere.

Een veelgemaakte fout die wordt gemaakt bij het beslissen en kiezen van voedsel voor cutaan T-cellymfoom, is om alleen geselecteerde actieve ingrediënten in voedsel te evalueren en de rest te negeren. Omdat verschillende actieve ingrediënten in voedingsmiddelen tegengestelde effecten kunnen hebben op kankerveroorzakers, kunt u niet kiezen voor actieve ingrediënten in voedingsmiddelen en supplementen voor het nemen van een voedingsbeslissing voor cutaan T-cellymfoom.

JA - VOEDSELKEUZES ZIJN BELANGRIJK VOOR KANKER. VOEDINGSBESLISSINGEN MOETEN ALLE ACTIEVE INGREDIËNTEN VAN VOEDINGSMIDDELEN IN overweging nemen.

Vaardigheden die nodig zijn voor voeding Personalisatie voor Cutaan T-cellymfoom?

Gepersonaliseerde voeding voor kankers zoals cutaan T-cellymfoom bestaat uit aanbevolen voedingsmiddelen / supplementen; niet aanbevolen voedingsmiddelen / supplementen met voorbeeldrecepten die prioriteit geven aan het gebruik van aanbevolen voedingsmiddelen. Een voorbeeld van gepersonaliseerde voeding is hier te zien link.

Beslissen welke voedingsmiddelen al dan niet worden aanbevolen, is buitengewoon ingewikkeld en vereist expertise in de biologie van cutaan T-cellymfoom, voedingswetenschap, genetica, biochemie, samen met een goed begrip van hoe kankerbehandelingen werken en de bijbehorende kwetsbaarheden waardoor de behandelingen mogelijk niet meer effectief zijn.

MINIMALE KENNIS EXPERTISE DIE NODIG IS VOOR VOEDINGSPERSONALISATIE BIJ KANKER ZIJN: KANKERBIOLOGIE, VOEDINGSWETENSCHAP, KANKERBEHANDELINGEN EN GENETICA.

Kenmerken van kankers zoals cutaan T-cellymfoom

Alle vormen van kanker, zoals cutaan T-cellymfoom, kunnen worden gekarakteriseerd door een unieke reeks biochemische routes – de kenmerkende routes van cutaan T-cellymfoom. Biochemische routes zoals RAS-RAF-signalering, celcyclus, extracellulaire matrixremodellering, transport van kleine moleculen maken deel uit van de kenmerkende definitie van cutaan T-cellymfoom. De kankergenetica van elk individu kan anders zijn en daarom kan hun specifieke kankersignatuur uniek zijn.

De behandelingen die effectief zijn voor cutaan T-cellymfoom moeten op de hoogte zijn van de geassocieerde kenmerkende biochemische routes voor elke kankerpatiënt en individu met een genetisch risico. Daarom zijn verschillende behandelingen met verschillende werkingsmechanismen effectief voor verschillende patiënten. Evenzo en om dezelfde redenen moeten voedingsmiddelen en supplementen voor elk individu worden gepersonaliseerd. Vandaar dat sommige voedingsmiddelen en supplementen worden aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom bij de behandeling van kanker. Straling, en sommige voedingsmiddelen en supplementen worden niet aanbevolen.

Bronnen zoals cBioPortaal en vele anderen bieden geanonimiseerde patiëntgegevens van klinische onderzoeken die representatief zijn voor de populatie voor alle kankerindicaties. Deze gegevens bestaan ​​uit details van klinisch onderzoek, zoals steekproefomvang/aantal patiënten, leeftijdsgroepen, geslacht, etniciteit, behandelingen, tumorplaats en eventuele genetische mutaties.

TP53, PLCG1, KIT, TET2 en ADCYAP1R1 zijn de hoogst gerangschikte gerapporteerde genen voor cutaan T-cellymfoom. TP53 wordt gemeld bij 15.4% van de representatieve patiënten in alle klinische studies. En PLCG1 wordt gerapporteerd in 11.5%. De gecombineerde patiëntgegevens van de populatie hebben betrekking op leeftijden van tot . 0.0 % van de patiëntgegevens is geïdentificeerd als man. De cutane T-cellymfoombiologie samen met de gerapporteerde genetica bepalen samen de door de populatie vertegenwoordigde kenmerkende biochemische routes voor deze kanker. Als de individuele kankertumorgenetica of genen die bijdragen aan het risico ook bekend zijn, moet dat ook worden gebruikt voor personalisering van de voeding.

KEUZES VOOR VOEDING MOETEN OVEREENKOMEN MET DE HANDTEKENING VAN KANKER VAN ELK INDIVIDU.

Voeding en supplementen voor cutaan T-cellymfoom

Voor kankerpatiënten

Kankerpatiënten die worden behandeld of palliatieve zorg krijgen, moeten beslissingen nemen over voeding en supplementen – voor de benodigde calorieën in de voeding, voor het beheersen van eventuele bijwerkingen van de behandeling en ook voor een beter kankerbeheer. Alle plantaardige voedingsmiddelen zijn niet gelijk en het kiezen en prioriteren van voedingsmiddelen die zijn gepersonaliseerd en aangepast aan de lopende kankerbehandeling is belangrijk en ingewikkeld. Hier zijn enkele voorbeelden die richtlijnen geven voor het nemen van voedingsbeslissingen.

Kies Groente NIEUW ZEELANDSE SPINAZIE of KOHLRABI?

Plantaardige Nieuw-Zeelandse spinazie bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals curcumine, apigenine, quercetine, formononetine, floretine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals NFKB-signalering, JAK-STAT-signalering, PI3K-AKT-MTOR-signalering en celcyclus en andere. Nieuw-Zeelandse spinazie wordt aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling bestraling is. Dit komt omdat Nieuw-Zeelandse spinazie die biochemische routes wijzigt waarvan wetenschappelijk is gerapporteerd dat ze het effect van straling sensibiliseren.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in plantaardige koolrabi zijn Curcumine, Quercetine, Formononetin, Phloretin, Daidzein. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals oxidatieve stress en andere. Koolrabi wordt niet aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling straling is, omdat het die biochemische routes wijzigt die de kankerbehandeling resistent of minder responsief maken.

GROENTE NIEUW-ZEELANDSE SPINAZIE WORDT AANBEVOLEN OVER KOHLRABI VOOR T-cellymfoom van de huid EN BEHANDELING Straling.

Kies Fruit RODE FRAMBOOS of PUMMELO?

Fruit Red Raspberry bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals curcumine, ellaginezuur, quercetine, formononetine, floretine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals NFKB-signalering, JAK-STAT-signalering, epitheliale naar mesenchymale overgang en celcyclus en andere. Rode framboos wordt aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling bestraling is. Dit komt omdat rode framboos die biochemische routes wijzigt waarvan wetenschappelijk is gerapporteerd dat ze het effect van straling sensibiliseren.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in fruit Pummelo zijn curcumine, apigenine, quercetine, formononetine, floretine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals oxidatieve stress en andere. Pummelo wordt niet aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling bestraling is, omdat het die biochemische routes wijzigt die de kankerbehandeling resistent of minder responsief maken.

FRUIT RODE FRAMBOOS WORDT AANBEVOLEN OVER PUMMELO VOOR T-cellymfoom van de huid EN BEHANDELING Straling.

Kies Noot BOTERNOOT of EUROPESE KASTANJE?

Butternut bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals Curcumin, Apigenin, Formononetin, Phloretin, Daidzein. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals NFKB-signalering, JAK-STAT-signalering, PI3K-AKT-MTOR-signalering en celcyclus en andere. Butternut wordt aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling bestraling is. Dit komt omdat Butternut die biochemische routes wijzigt waarvan wetenschappelijk is gerapporteerd dat ze het effect van straling sensibiliseren.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in Europese kastanje zijn curcumine, apigenine, ellaginezuur, quercetine, formononetine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals oxidatieve stress, cytoskeletale dynamiek en hypoxie en andere. Europese kastanje wordt niet aanbevolen voor cutaan T-cellymfoom wanneer lopende kankerbehandeling straling is, omdat het die biochemische routes wijzigt die de kankerbehandeling resistent of minder responsief maken.

BOTTERNUT WORDT AANBEVOLEN OVER EUROPESE KASTANJE VOOR T-cellymfoom van de huid EN BEHANDELING Straling.

Voor personen met een genetisch risico op kanker

De vraag die wordt gesteld door personen met een genetisch risico op cutaan T-cellymfoom of een familiegeschiedenis is: "Wat moet ik anders eten dan voorheen?" en hoe ze voedingsmiddelen en supplementen moeten kiezen om de risico's van de ziekte te beheersen. Omdat er voor het risico op kanker niets te doen is in termen van behandeling, worden beslissingen over voedsel en supplementen belangrijk en een van de weinige dingen die kunnen worden gedaan. Alle plantaardige voedingsmiddelen zijn niet gelijk en gebaseerd op geïdentificeerde genetica en padhandtekening - de keuzes van voeding en supplementen moeten worden gepersonaliseerd.

Kies Groente REUZENBUTTERBUR of SPINAZIE?

Vegetable Giant Butterbur bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals Apigenin, Curcumin, Lupeol, Formononetin, Myricetin. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals angiogenese, JAK-STAT-signalering, PI3K-AKT-MTOR-signalering en P53-signalering en andere. Reuzenhoefblad wordt aanbevolen voor het risico op cutaan T-cellymfoom wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAP1R1 is. Dit komt omdat Giant Butterbur die biochemische routes verhoogt die de kenmerkende drijfveren ervan tegengaan.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in plantaardige spinazie zijn apigenine, curcumine, quercetine, lupeol, formononetine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals PI3K-AKT-MTOR-signalering en oncogene kanker-epigenetica en andere. Spinazie wordt niet aanbevolen bij risico op cutaan T-cellymfoom wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAP1R1 is, omdat het de kenmerkende routes ervan verhoogt.

GROENTE REUZE BOERBORD WORDT AANBEVOLEN OVER SPINAZIE VOOR ADCYAP1R1 GENETISCH RISICO OP KANKER.

Kies Fruit NANCE of SAPODILLA?

Fruit Nance bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals Apigenin, Curcumin, Lupeol, Formononetin, Myricetin. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals angiogenese, JAK-STAT-signalering, PI3K-AKT-MTOR-signalering en P53-signalering en andere. Nance wordt aanbevolen voor het risico op cutaan T-cellymfoom wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAP1R1 is. Dit komt omdat Nance die biochemische routes verhoogt die de kenmerkende drijfveren ervan tegengaan.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in fruit Sapodilla zijn Apigenin, Curcumin, Lupeol, Formononetin, Myricetin. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals PI3K-AKT-MTOR-signalering en oncogene kanker-epigenetica en andere. Sapodilla wordt niet aanbevolen wanneer het risico op cutaan T-cellymfoom ADCYAP1R1 is wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAPXNUMXRXNUMX is, omdat het de kenmerkende routes ervan vergroot.

FRUIT NANCE WORDT AANBEVOLEN OVER SAPODILLA VOOR ADCYAP1R1 GENETISCH RISICO OP KANKER.

Kies Noot HAZELNOOT of KASTANJE?

Gewone hazelnoot bevat veel actieve ingrediënten of bioactieve stoffen zoals curcumine, quercetine, lupeol, formononetin, myricetin. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals angiogenese, JAK-STAT-signalering, PI3K-AKT-MTOR-signalering en apoptose en andere. Gewone hazelnoot wordt aanbevolen voor het risico op cutaan T-cellymfoom wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAP1R1 is. Dit komt omdat gewone hazelnoot die biochemische routes verhoogt die de kenmerkende drijfveren ervan tegengaan.

Enkele van de actieve ingrediënten of bioactieve stoffen in kastanje zijn apigenine, curcumine, ellaginezuur, lupeol, formononetine. Deze actieve ingrediënten manipuleren verschillende biochemische routes zoals PI3K-AKT-MTOR-signalering en oncogene kanker-epigenetica en andere. Kastanje wordt niet aanbevolen bij risico op cutaan T-cellymfoom wanneer het geassocieerde genetische risico ADCYAP1R1 is, omdat het de kenmerkende routes ervan verhoogt.

GEMEENSCHAPPELIJKE HAZELNOOT WORDT AANBEVOLEN OVER KASTANJE VOOR ADCYAP1R1 GENETISCH RISICO OP KANKER.

In Conclusie

Gekozen voedingsmiddelen en supplementen zijn belangrijke beslissingen voor kankers zoals cutaan T-cellymfoom. Patiënten met cutaan T-cellymfoom en personen met genetisch risico hebben altijd deze vraag: "Welke voedingsmiddelen en voedingssupplementen worden mij aanbevolen en welke niet?" Er is een algemeen geloof dat een misvatting is dat alle plantaardige voedingsmiddelen wel of niet heilzaam kunnen zijn, maar niet schadelijk. Bepaalde voedingsmiddelen en supplementen kunnen kankerbehandelingen verstoren of de aanjagers van kanker via de moleculaire route bevorderen.

Er zijn verschillende soorten kankerindicaties, zoals cutaan T-cellymfoom, elk met verschillende tumorgenetica met verdere genomische variaties bij elk individu. Verder heeft elke kankerbehandeling en chemotherapie een uniek werkingsmechanisme. Elk voedsel, zoals Nieuw-Zeelandse spinazie, bevat verschillende bioactieve stoffen in verschillende hoeveelheden, die van invloed zijn op verschillende en verschillende reeksen biochemische routes. De definitie van gepersonaliseerde voeding is geïndividualiseerde voedingsaanbevelingen voor de kankerindicatie, behandelingen, genetica, levensstijl en andere factoren. Voedingspersonalisatiebeslissingen voor kanker vereisen kennis van kankerbiologie, voedingswetenschap en begrip van verschillende chemotherapiebehandelingen. Eindelijk, wanneer er veranderingen in de behandeling zijn of nieuwe genomica worden geïdentificeerd, moet de personalisering van de voeding opnieuw worden geëvalueerd.

De add-on-voedingspersonaliseringsoplossing maakt de besluitvorming eenvoudig en verwijdert al het giswerk bij het beantwoorden van de vraag: "Welke voedingsmiddelen moet ik wel of niet kiezen voor cutaan T-cellymfoom?". Het add-on multidisciplinaire team bestaat uit kankerartsen, klinische wetenschappers, software-engineers en datawetenschappers.

Referenties

• Ctcl Colombia 2015
• Effecten en betekenis van formononetine op expressieniveaus van HIF-1α en VEGF in baarmoederhalskankerweefsel bij muizen.
• https://my.clevelandclinic.org/health/diseases/17940-cutaneous-t-cell-lymphoma#:~:text=In%20cutaneous%20T%2Dcell%20lymphoma%2C%20white%20blood%20cells%20called%20lymphocytes,small%20firm%20lumps%20(nodules
• https://emedicine.medscape.com/article/2139720-overview
• https://www.clfoundation.org/cutaneous-t-cell-lymphoma